Roel Boomstra - Jan Groenendijk 1-1

1.34-29 17-21 2.31-26 19-23 3.26x17 12x21 4.36-31 23x34 5.39x30 7-12 6.44-39 14-19 7.50-44 1-7 8.40-34 10-14 9.44-40 11-17 10.32-28

diagram 1

18-22

Een nieuwe zet. In de enige partij waarin deze stelling eerder op het bord kwam (Chizhov-Shaibakov, Russisch kampioenschap 2006) werd vervolgd met 21-26 11.37-32 26x37 12.42x31 20-24.

11.41-36

Zoals Ton Sijbrands aangaf zou 11.31-26 nu een zeer verplichtende zet zijn, doordat zwart na 20-25 12.30-24 19x30 13.35x24 goed 14-20 kan spelen, en wit staat voor een lastig opbouwprobleem.

20-25 12.30-24 19x30 13.35x24

Nu kan wit 14-20 goed beantwoorden met de sterke centrumaanval 14.37-32 20x29 15.34x23.

5-10

Op dit moment bevindt Groenendijk zich weer in goed gezelschap. Met verwisselde kleuren speelde Mark Podolski het exact zo in een clubcompetitie partij tegen Marc Bremer in 1997.

14.49-44 14-19 15.40-35 19x30 16.35x24 10-14 17.47-41!

Boomstra voelt de stelling uitstekend aan. De bedoeling van deze zet is ongetwijfeld om 14-19 te beantwoorden met 18.34-30 25x34 19.39x30 en de witte stand is zo goed mogelijk voorbereid op de de uitwisseling 15-20 20.24x15 19-23 21.28x19 13x35 22.37-32. Toch had Groenendijk hier beter voor kunnen kiezen dan het voor hem teleurstellende partijverloop. Na bijvoorbeeld 21-27 23.32x21 17x37 24.41x32 22-27 25.32x21 16x27 heeft zwart beslist ook kansen.

13-18 18.37-32 21-26(?)

Zwart probeert de spanningen te handhaven, maar dat pakt niet goed uit. Het was echter al niet zo eenvoudig meer om een constructief plan voor zwart te bedenken.

19.44-40! 26x37 20.42x31

diagram 2

Na zowel 8-13 als 9-13 beschikt wit over de sterke ruil 21.34-30 25x34 22.40x29. Mede dank zij de 7 tempi voorsprong heeft wit dan een zeer comfortabele aanval. De volgende zet van zwart is daarom bijna gedwongen.

14-20 21.31-27!

Dit is de effectieve weerlegging het zwarte speelplan. Wederom houdt wit een gezonde aanval over die eenvoudigweg niet te omsingelen valt. Er rest Groenendijk daarom niets anders dan zijn winstaspiraties op te geven en de witte aanval van het bord te ruilen. Een veel interessanter spelbeeld was ontstaan na sluiten met 21.34-29. Voor een witspeler die per se moet winnen was dit een zeer interessante optie geweest. Vermoedelijk uit taktische overwegingen koos Boomstra toch voor de tekstzet, die om Ton Sijbrands te quoten tot een "zeer deprimerende stelling" leidt voor zwart.

20x29 22.34x23 22x31 23.36x27 18x29 24.33x24 8-13 25.39-33 3-8 26.40-34 13-19 27.24x13 9x18 28.45-40 18-23

Want zwart mag de ruil 29.28-23 18x29 30.33x24 onder geen beding toelaten, omdat de zwakke randschijven op 15 en 25 dan volkomen buitenspel staan.

29.28x19 17-22 30.27x18 12x14

diagram 3

Er is nu niet zo heel veel meer aan de hand. Toch staat wit onmiskenbaar gemakkelijker, dankzij de veel centralere opstelling van zijn stukken.

31.41-37 7-12 32.43-39 8-13 33.46-41 14-19 34.41-36 12-18 35.36-31 15-20 36.31-27 18-23 37.37-31 20-24 38.48-43

Nog steeds heeft wit een licht overwicht. Dat wordt veroorzaakt door de zwarte schijf op 4, die niet echt aan het spel deelneemt.

2-7 39.31-26 4-9 40.33-28 7-12 41.40-35

diagram 4

6-11?

Dit is zeker niet de veiligste weg naar remise. Veel eenvoudiger was 24-29 42.34-30 25x34 43.39x30 6-11 44.28-22 en nu mag zwart zich al inlaten op de afwikkeling 12-17 45.32-28 23x21 46.30-25 17x28 47.26x6 28-33.

42.38-33! 13-18?!

Zeer koelbloedig gespeeld. Van belang is dat 11-17? niet gaat wegens 43.43-38! en nu is zowel 12-18? 44.27-21 16x27 45.32x12 23x43 46.12x3 als 9-14? 44.35-30 24x35 45.33-29 verloren voor zwart. En men kan zich voorstellen dat Groenendijk het vervolg 12-18 43.34-30 25x34 44.39x30 niet vertrouwde, want dat is levensgevaarlijk na 23-29 45.43-38 9-14* 46.28-22 11-17 47.22x11 16x7 48.26-21 Want na 48.33-28 forceert zwart direct remise met 14-20!, zoals Li Tchoan King het speelde tegen Malfray in het Frans kampioenschap van 1953.

analysediagram

Alleen via het alerte 14-20! kan zwart zich hier nog staande houden. Op andere zetten loopt zwart hopeloos vast. Zelfs daarna moet zwart nog een beetje op zijn tellen passen: 49.30-25 (en vooral niet 19-23? 50.25x14 24-30 51.35x24 29x9 52.21-17 W+) 18-23 50.25x14 19x10 51.33-28 13-19 52.28-22 Afdoende voor de remise is nu 29-34 53.38-33 23-29 54.22-17 29x38 55.32x43 24-29 56.21-16 29-33 57.35-30 34x25 58.17-11 7-12 59.11-6 25-30 etc.

43.28-22 9-13 44.32-28 23x21 45.26x6 18x27 46.6-1 12-17

diagram 5

Zonder angst voor de combinatie 47.1-23 19x28 48.33x11 16x7 49.34-30 25x34 50.39x8.

47.1-6

Ook niet toereikend was 47.33-28 24-30 48.35x24 19x30 49.1-6 17-21 50.28-23 27-31. Zwart werkt dan op zijn gemak toe naar een doorbraak op de witte lange vleugel, en daar valt weinig tegen te verzinnen.

17-21 48.34-30 25x34 49.39x30 21-26 50.6-28

en zonder 13-18 51.28x14 24-29 52.33x24 18-23 53.14x21 16x27 ging Boomstra akkoord met remise. Na 54.24-20 27-32 55.20-14 32-37 56.14-10 37-42 57.43-39 42-47 ontstaat dan al een standaard remise eindspel.