Jan Groenendijk - Roel Boomstra 0-2

1.32-28 17-21 2.37-32 19-23 3.28x19 14x23 4.34-29 23x34 5.40x29 10-14 6.45-40 14-19 7.40-34 5-10 8.50-45 10-14 9.41-37 11-17 10.34-30 17-22 11.30-25 21-26 12.44-40

diagram 1

22-27

Boomstra kiest de meest rustige voortzetting. In Baliakin-Vatutin (Minsk 1997) werd scherper voortgezet met 12-17 13.47-41 7-11 14.39-34 17-21 15.32-27 21x32 16.37x17 11x22 17.34-30 26x37 18.41x32.

13.32x21

Sterk in aanmerking kwam ook dubbel slaan met 13.31x22 18x27 14.32x21 26x17. Dat onttrekt een zwarte schijf aan het centrum, en geeft wit meer mogelijkheden om de zwarte lange vleugel onder druk te zetten.

26x17 14.37-32 6-11 15.46-41 17-21 16.41-37 21-26 17.39-34 16-21 18.43-39

Groenendijk stelt zich agressief op.

11-16 19.31-27

diagram 2

1-6

In de demonstratie ruimte werd aangegeven dat zwart hier een aantrekkelijke mogelijkheid had met 19-23! Nu is 20.49-43 niet goed wegens de terugruil 14-19 21.25x14 19x10 en wit staat te gebonden. Het scherpe 20.35-30 12-17 21.48-43 14-19 22.25x14 19x10 is nog wel te doen, maar vooral gevaarlijk voor wit. De aangewezen zet lijkt daarom 20.49-44, maar dan heeft zwart een verrassende doorbraakcombinatie: 23-28 21.33x22 14-19 22.25x23 26-31 23.37x17 12x21 24.23x12 8x37 25.42x31 21x43 voor slechts een schijf. Vooral uit taktisch oogpunt bezien was dit een interessant plan. Want het had Groenendijk voor de loodzware vraag gesteld of hij dit mag toelaten.

diagram 3

De computer geeft aan dat wit na bijvoorbeeld 26.35-30 16-21 27.30-25 over voldoende verdediging beschikt. Bijvoorbeeld 9-14 (en niet 13-19? 28.29-24 19x30 29.25-20 15x24 30.34x25 43x34 31.40x20 W+) 28.47-42 13-19 29.42-37 19-23 30.29x18 21-27 31.31x22 43-49 32.39-33 49-16 33.44-39 en wit gaat de dam vangen na 7-11 34.37-32 16x7 35.40-35 7x40 36.45x34. Voor een mens is zoiets zeer lastig te berekenen.

20.27-22 18x27 21.29-23 19x28 22.33x31 13-19 23.39-33 12-18 24.31-27 8-13 25.33-28 20-24 26.34-30 18-23 27.38-33

Groenendijk kiest gewoontegetrouw voor de meest scherpe aanpak, door vanuit 47 op te bouwen. Een goed alternatief was 27.49-43 2-8 28.37-31 26x37 29.42x31.

14-20 28.25x14 9x20 29.42-38 4-9 30.49-43 7-12 31.43-39 12-18 32.30-25

diagram 4

2-7 33.25x14 9x20

Boomstra speelde dit met name omdat het bekend terrein was voor hem. Na 34.47-42 7-11 35.39-34 zou namelijk een stand zijn onstaan uit de partij Shaibakov-Boomstra 0-2 (World Cup barrage 2013)

Ainur Shaibakov - Roel Boomstra 0-2 (2013)

In deze voordelige stelling won Boomstra na 3-9 32.34-30 20-25 33.40-34 15-20 34.27-22? 18x27 35.37-31 26x37 36.42x22 21-26 37.48-42 11-17 38.22x11 6x17 39.42-37 13-18 40.36-31 18-22 41.34-29 23x34 42.30x39 9-13 43.28-23 19x28 44.32x23 17-21 45.39-34 13-19 46.23x14 20x9 47.45-40 21-27 48.33-28 22x42 49.31x22 42x31 50.22-18 31-37 51.18-12 37-42 52.12-7 42-47 53.7-1 24-30 54.35x24 47x15 55.1-23 15-24 56.23-18 24-30 57.18x4 30x48 58.4-13 48-37 59.13-18 37-19 60.40-35 19-24 61.18-22 24-15 62.22-39 26-31 63.39-34 15-24 64.34-48 16-21

34.40-34 20-25 35.48-43 15-20 36.28-22 7-11 37.33-28 24-29

diagram 5

38.36-31?

Onder druk van de klok begaat Groenendijk een fout. De meest logische opbouw was 38.47-42 29x40 39.45x34. Na een voor de hand liggend vervolg als 20-24 40.38-33 3-9 41.42-38 11-17 42.22x11 6x17 43.34-30 25x34 44.39x30 23-29 (uiteraard niet 9-14? 45.43-39! en wit wint zelfs nog) 45.30-25 29-34 46.43-39 34x43 47.38x49 17-22 48.28x17 21x12 49.33-28 houdt wit het remise.

29x40 39.45x34 20-24 40.38-33?

Hierna is het praktisch gezien verloren. Wit kon zich nog redelijk gemakkelijk staande houden via 40.47-41! en nu bijvoorbeeld 24-29 41.34-30 25x34 42.39x30 11-17 43.22x11 6x17 44.41-36 17-22 45.28x17 21x12 46.30-25. Groenendijk was dit aanvankelijk van plan, maar zette uiteindelijk niet door.

11-17 41.22x11 6x17

Met deze eenvoudige ruil legt Boomstra de zwaktes in de witte stelling pijnlijk bloot.

42.34-30? 25x34 43.39x30

De beslissende fout. Met 42.43-38 17-22 43.28x17 21x12 44.33-28 24-29 45.47-42! 29x40 46.35x44 had wit zowaar nog een krappe remise in handen. De hoofdvariant luidt 25-30 47.44-40 30-35 48.38-33 35x44 49.39x50 3-9 50.42-38 9-14 51.50-44 14-20 52.44-39 20-24 53.39-34 12-17 54.34-30 24x35 55.33-29 23x34 56.28-22 17x28 57.32x12 34-40 58.12-7 40-44 59.7-1 44-50 (niet 44-49? wegens 60.37-32 26x28 61.27-22 49x18 62.1x32 =) 60.1-34 en wit heeft net voldoende verdediging.

23-29!

Boomstra wikkelt vakkundig af naar een gewonnen eindspel.

44.43-38 3-9 45.28-23

Want 45.30-25 17-22 46.28x17 21x12 47.35-30 24x35 48.33x24 19x30 49.25x34 18-23! is ook verloren voor wit. Dat komt met name door 50.38-33 13-18! 51.47-42 9-14 52.42-38 14-20 53.33-28 23-29 54.34x23 18x29 met een hopeloos eindspel voor wit.

19x39 46.30x8 9-13 47.8x19 39-44 48.19-14 44-49 49.14-9 29-33 50.38x29 18-22 51.27x18 49x4 52.29-24 4x36 53.37-31 36x30 54.35x24 21-27 55.24-19 27-32 56.19-14 32-38 57.14-10

diagram 6

Hier zou 17-21? nog remise zijn na 58.10-4 38-43 59.47-42 43-49 60.42-37 49-40 61.4-36! en zwart komt niet meer verder. Dit principe was echter bij Boomstra reeds bekend onder de naam 'de dolle hond'. Gewapend met deze kennis en voldoende bedenktijd slaagde hij er in om de beide punten op het droge te halen.

38-43 58.10-4 43-49 59.4-15 49-32 60.15-4 32-23 61.4-36 23-37 62.36-18 17-21 63.18-36 37-10 64.47-42 10-4 65.36-47 4-31 66.42-38 31-4 67.38-33 26-31 68.47-41 21-27 69.41-23 31-36 70.23-14 4-15 71.33-28 15-4 72.14-19 27-31

en Groenendijk gaf zich gewonnen.